Een pyromaan teistert Halle. De schade is aanzienlijk maar er vallen geen doden. Tot op een nacht een schrootschip uitbrandt. De eigenaar wordt dood teruggevonden in de resten. De man bleek een tiran voor zijn vrouw, twee zoons en schoondochter. De oudste zoon heeft een aardje naar zijn vaartje. De jongste is een introverte kerel die de stress moeilijk aankan. En dan blijkt dat het slachtoffer niet in de vlammen is omgekomen, maar eerst de schedel werd ingeslagen.